Eerstelijns zorgpraktijken krijgen dit jaar te maken met allerlei ontwikkelingen rondom persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Bouwe Koopal zette in een webinar hierover duidelijk uiteen waar zorgverleners alert op moeten zijn en dat het belangrijk is de ontwikkelingen te volgen. Bijna honderd praktijkhouders, praktijkmanagers en andere geïnteresseerde zorgverleners volgden het webinar – dat nog terug te kijken is.
Bouwe Koopal: ‘Er komt een nieuwe speler in het veld: de burger! En daarmee verandert het spel!’
Een persoonlijke gezondheidsomgeving is een website of app, waarin de burger informatie over de eigen gezondheid kan bijhouden en actief aan de slag kan gaan met zijn/haar gezondheid. Zo zijn medische gegevens van verschillende zorgverleners te verzamelen, te beheren en te delen met anderen. Burgers kunnen ook programma’s, waerables en apps toevoegen of koppelingen maken tussen alle gegevens om zo bij voorbeeld actief te werken aan de eigen gezondheid. De burger krijgt een actieve rol in de uitwisseling van informatie en is een nieuwe speler in de uitwisseling met en tussen (zorg)professionals.
VIPP en Medmij
VIPP (Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional) staat voor gesubsidieerde programma’s om te bevorderen dat de gegevensuitwisseling in de zorg versnelt gaat plaatsvinden en te zorgen dat de gegevens naar een PGO ontsloten worden. Momenteel zijn er: Vipp care: Inzicht (langdurige zorg), Vipp Huisartsen: OPEN, Vipp geboortezorg: Babyconnect, Vipp 4 Vrijgevestigden, Vipp 5 ziekenhuis, UMC, kliniek.
Medmij – Om de verbinding tussen de PGO en de EPD’s van de zorgaanbieders mogelijk te maken heeft Medmij op technisch niveau een afsprakenstelsel ingericht. Het EPD van de zorgaanbieders en de PGO zijn gescheiden systemen met zeggenschap van de burger over de eigen gegevens. Koopal licht dit helder toe aan de hand van een presentatie. Opvallend is dat de burger zijn/haar eigen PGO kiest en daarvoor een keuze kan maken uit dertig PGO’s. Koopal raadt aan om de implementatie van PGO’s op regionaal of lokaal niveau multidisciplinair vorm te geven.
Voor de praktijk liggen de problemen niet of nauwelijks op niveau van applicatie of IT-infrastructuur. Daar gaan of zijn de leveranciers mee aan de slag. De uitdagingen voor eerstelijnspraktijken liggen vooral op organisatorisch vlak én bij de inrichting van zorgprocessen. Daar gaan dingen, zo verwacht Koopal, structureel veranderen. Er komt namelijk een nieuwe speler in het spel – de burger – die zijn toestemmingsrecht gaat uitoefenen. Die gaat bepalen wie, wanneer, wat mag zien.
Bouwe Koopal: ‘De eerstelijnspraktijk moet zich bezighouden met de aanpassing van zorg en zorgverlening én de praktijkvoering en -inrichting. Daar gaan structureel dingen veranderen!’
Andere aandachtspunten die Koopal noemt zijn:
Bouwe Koopal heeft geneeskunde gestudeerd in Rotterdam en heeft zich na zijn studie met name beziggehouden met de toepassing van ICT in de gezondheidszorg. Op dit moment is Bouwe als zelfstandig ondernemer betrokken bij de stichting GERRIT (RSO), bij GGD GHOR Nederland en bij PGO Netwerk Noord als strategisch adviseur ICT met als focus digitale gegevensuitwisseling tussen zorgpartijen.